Leibomen en vormbomen keuze


Keuze boomsoort en boomvorm en type leiboom

De keuze is afhankelijk van je smaak en de grootte van je tuin. 

Als stelregel kun je aanhouden dat de maximale hoogte van de boom niet meer mag zijn dan de helft van de lengte van je tuin. Is je achtertuin 12 meter diep dan past daar prima een zuilboom van 6 - 7 meter en in een tuin van 20 meter is 10 meter hoogte al mogelijk. Van deze hoogte moet je niet te snel schrikken omdat deze in een tuin anders uitpakken dan binnenshuis. De prunussen zijn bijvoorbeeld zo smal dat ze zelfs in een voortuin van twee meter diep nog niet misstaan. Zuilvormige bomen die wat te hoog worden kunnen zeer eenvoudig worden verlaagd zonder dat daarbij het model geweld aan wordt gedaan. Als de top wordt weggenomen zal er, doordat in een zuilvormig model alle takken ongeveer in dezelfde stand staan, er altijd weer een tak zijn die de rol van de verwijderde top gaat overnemen. 

Vormbomen en Leibomen

Leibomen zijn zoals gezegd zeer geschikt voor kleine tuinen. Het zijn, in tegenstelling tot zuilvormen, geen bomen die van nature deze vorm hebben; wij dwingen ze ertoe en zelfs de Romeinen deden dat al. Deze boomvorm vereist een jaarlijkse snoei om te voor komen dat ze uitgroeien tot hun oorspronkelijke vorm. Je kunt kiezen uit verschillende stamhoogten, dat is de hoogte die bepaalt waar de eerste tak begint. Een leiboom met een stamhoogte van 50 cm. (struik) is perfect om tegen een muur of schutting te laten groeien. Wil je de leiboom echter gebruiken om zonlicht of inkijk tegen te laten houden of je wilt onder de bomen door kunnen lopen dan zal een stamhoogte van 225 cm.(hoogstam) van pas komen. Er zijn al tientallen boomsoorten die zowel in het verticale, traditionele vlak als in het horizontale vlak (dakvorm) worden geleidt. 

Van oudsher kennen we natuurlijk de leilinde die werd aangeplant om kwade geesten te verjagen en felle zon tegen te houden. Tegenwoordig wordt de leivorm ook veel toegepast uit architectonische overwegingen, uit nostalgie of gewoon efficiënt ruimtegebruik. Naast de linde zijn ook de plataan, de iep, esdoorn, haagbeuk en vele fruitsoorten geschikt om te leiden. De keuze is afhankelijk van je wensen; leifruit geeft prachtige bloesem en vruchten maar is gevoeliger voor ziekten. Linde en vooral de plataan geven veel en groot blad en zijn daardoor geschikt als zonwering en om inkijk tegen te gaan. Bovendien heeft de plataan op latere leeftijd een prachtige afschilferende bast die vooral in de winter een meerwaarde is voor je tuin. 

Haagbeuk, iep en esdoorn zijn soorten die je nog niet zoveel tegenkomt, ze hebben alledrie kleiner blad en wijken daardoor sterk af van het uiterlijk van de leilinde. Voor sommige tuinliefhebbers kan dit van groot belang zijn omdat de leilinde toch het imago heeft van oud-hollands, stoffig en 'van vroeger'. Er zit een behoorlijk verschil in de groeisnelheden en dat kan van doorslaggevend belang zijn in je keuze. Een plataan zal veel sneller inkijk tegen gaan dan bijvoorbeeld een iep of leipeer. Het snoeien echter mag geen invloed op je keuze hebben. Alle soorten worden eenmaal per jaar gesnoeid en of je dan 1 of 3 cm. dikke takken moet afknippen maakt natuurlijk weinig uit.